Unitonderwijs
Bij unitonderwijs zijn de normale klassen vervangen voor units waar meer leerlingen uit normaal meerdere groepen in één ruimte samen les krijgen.
Dit wordt vaak unitonderwijs genoemd.
Per unit zitten vaak 2 of 3 klassen samen bij elkaar. Hiermee wordt gestimuleerd dat kinderen meer van elkaar leren en samenwerken.
De leerlingen worden ingedeeld op ontwikkelingsniveau en leerbehoeften. Er wordt dan niet meer gekeken naar leeftijd, maar vooral op waar ze aan toe zijn om te leren.
Begeleiding
Leerkrachten, vaak meerdere per unit, worden meer begeleider en coach en werken vaak meer samen met andere mensen van binnen en buiten de school.
Voordelen
Het basisonderwijs wordt te ‘traditioneel vormgegeven’ en teveel binnen een strak keurslijf passen.
In tegenstelling tot scholen die volgens het principe van unitonderwijs lesgeven, waarbij veel meer ruimte is voor persoonlijke aandacht voor kinderen.
Maar een mooie bijkomstigheid is dat ook een deel van het lerarentekort wordt opgelost.
Het draait niet langer meer om ‘de klas’, maar om ‘de kinderen’.
De verantwoordelijkheid voor een groep kinderen – een unit – rust niet langer bij één leerkracht, maar bij het hele team.
Ook dat wordt als een extra voordeel beschouwd: dat meerdere ogen en oren betrokken zijn bij de ontwikkeling van een kind.
Nadelen?
Er is weinig wetenschappelijk onderzoek verricht naar de verschillen in leeropbrengsten tussen leerlingen (in de leeftijd van 4-12 jaar) in het unitonderwijs en klassikaal onderwijs.
Het weinige effectonderzoek dat bekend is, richt zich op taal en rekenen en is niet eensluidend in de conclusies over het effect van unitonderwijs op die terreinen. Ook over het effect van unitonderwijs op sociaal-emotionele en 21e -eeuwse vaardigheden is niets bekend.
Wel zijn er aanwijzingen dat leerlingen op scholen met unitonderwijs meer metacognitieve vaardigheden (zoals ‘leren leren’) en meer eigenaarschap ontwikkelen. Dergelijke opbrengsten zijn echter moeilijk te meten en zijn niet ‘hard’ onderzocht.
Verschillen in opbrengsten van leerlingen
Er is tot op heden weinig onderzoek gedaan naar de opbrengsten van unitonderwijs, mede omdat het om een relatief nieuw onderwijsconcept gaat (Heyma et al., 2016; Van den Berg & Scheeren, 2018). Wel is eerder het experiment SlimFit (2011 – 2014) geëvalueerd. In dit experiment werden reguliere klassen in het basisonderwijs vervangen door units van zeventig tot negentig leerlingen (Heyma et al., 2016).
Op basis van hun kwantitatieve evaluatie concluderen Heyma et al. (2016) dat SlimFit positieve effecten heeft op de Cito-scores voor taal en rekenen. In de nameting, één jaar na afloop van het experiment, blijkt het effect van SlimFit op de Cito-scores echter significant negatief (ibid.).
In de kwalitatieve evaluatie van SlimFit, gebaseerd op de uitkomsten van diverse focusgroepen met leraren en schoolleiders, constateren Snoek et al. (2014) dat unitonderwijs het wel mogelijk lijkt te maken om leerlingen meer maatwerk, betere uitleg en meer adequate aandacht te bieden.