KindOuders

Selectief mutisme


Selectief mutisme is een angststoornis waarbij een persoon die anders wel in staat is om te spreken, niet meer kan spreken.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer hij wordt blootgesteld aan specifieke situaties, specifieke plaatsen of aan specifieke mensen.
Waarvan er één of meerdere als triggers dienen.
Dit wordt veroorzaakt door de bevriezingsreactie. Selectief mutisme gaat meestal samen met een sociale fobie.
Mensen met selectief mutisme blijven zwijgen, zelfs als de gevolgen van hun zwijgen schaamte, sociale uitsluiting of straf zijn.

Tekenen en symptomen

Kinderen en volwassenen met de stoornis zijn volledig in staat om te spreken en taal te begrijpen. Maar kunnen in bepaalde situaties helemaal niet spreken, hoewel er van hen wordt verwacht dat er gesproken wordt.
Het gedrag kan door anderen als verlegenheid of grofheid worden ervaren. Een kind met de stoornis kan op school jarenlang volkomen stil zijn, maar thuis vrijuit of zelfs overdreven spreken.
Er is een hiërarchische variatie tussen mensen met deze stoornis: sommige mensen nemen volledig deel aan activiteiten en lijken sociaal. Maar spreken niet en anderen zullen alleen met leeftijdsgenoten praten, maar niet met volwassenen.
Anderen zullen volwassenen aanspreken wanneer vragen worden gesteld die korte antwoorden vereisen, maar nooit met leeftijdsgenoten. En weer anderen spreken met niemand en nemen deel aan weinig of geen activiteiten die hen worden aangeboden.
In een ernstige vorm die bekend staat als “progressief mutisme”, vordert de stoornis totdat de persoon met deze aandoening in geen enkele situatie meer met iemand spreekt, zelfs niet met naaste familieleden.

DSM-5

Om te voldoen aan de DSM-5-criteria voor selectief mutisme, moet men het volgende vertonen:

  • Consistent niet spreken in specifieke sociale situaties (waarin verwacht wordt dat er gesproken wordt, bijvoorbeeld op school) ondanks spreken in andere situaties.
  • De stoornis verstoort onderwijs- of beroepsprestaties of sociale communicatie.
  • De duur van de stoornis is minimaal 1 maand (niet beperkt tot de eerste maand school).
  • Het niet kunnen spreken is niet te wijten aan een gebrek aan kennis van de gesproken taal die in de sociale situatie vereist is.
  • De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan een communicatiestoornis (bijv. vloeiendheidsstoornis die in de kindertijd begint) en komt niet uitsluitend voor bij mensen met autismespectrumstoornissen of psychotische stoornissen zoals schizofrenie.

Onderzoek

Selectief mutisme wordt sterk geassocieerd met andere angststoornissen, met name sociale angststoornis.
In feite heeft de meerderheid van de kinderen met de diagnose selectief mutisme ook een sociale fobie (100% van de deelnemers aan twee studies en 97% aan een andere).
Sommige onderzoekers speculeren daarom dat selectief mutisme een vermijdingsstrategie kan zijn die wordt gebruikt door een subgroep van kinderen met een sociale fobie om hun leed in sociale situaties te verminderen.

Vooral bij jonge kinderen kan de stoornis soms worden verward met een autismespectrumstoornis, vooral als het kind zich bijzonder teruggetrokken gedraagt rond de diagnosticus.
Dit kan leiden tot een verkeerde diagnose en behandeling. Hoewel autistische mensen ook selectief stom kunnen zijn, vertonen ze vaak ander gedrag – stimulerend, repetitief gedrag, sociaal isolement zelfs onder familieleden (bijvoorbeeld niet altijd op naam reageren) – waardoor ze zich onderscheiden van een kind met selectief mutisme.
Sommige autistische mensen kunnen selectief stom zijn vanwege angst in onbekende sociale situaties.

Andere symptomen

Naast gebrek aan spraak zijn er volgens onderzoek nog andere veelvoorkomende gedragingen en kenmerken die worden vertoond door selectief stomme mensen:

  • Verlegenheid, sociale angst, angst voor sociale verlegenheid of sociaal isolement en terugtrekking
  • Moeite met oogcontact houden
  • Lege uitdrukking en onwil om te glimlachen of onophoudelijk glimlachen
  • Moeite met het uiten van gevoelens, zelfs tegenover familieleden
  • Neiging om zich meer zorgen te maken dan de meeste mensen van dezelfde leeftijd
  • Gevoeligheid voor lawaai en drukte

Aan de andere kant zijn er in veel gevallen enkele positieve eigenschappen waargenomen:

  • Bovengemiddelde intelligentie, leergierigheid of perceptie
  • Een sterk gevoel van goed en fout
  • creativiteit
  • Liefde voor de kunsten
  • Empathie
  • Gevoeligheid voor andere mensen

Oorzaken

Selectief mutisme is een overkoepelende term voor de toestand van overigens goed ontwikkelde kinderen of volwassenen die onder bepaalde omstandigheden niet kunnen spreken of communiceren.
De exacte oorzaken die van invloed zijn op elke persoon kunnen verschillen en toch onbekend zijn.
Er zijn pogingen gedaan om te categoriseren, maar er zijn nog geen definitieve antwoorden vanwege de onder diagnose en de kleine/vooringenomen steekproeven.
Bij veel mensen wordt de diagnose pas laat in de kindertijd gesteld, alleen omdat ze niet spreken op school en daardoor opdrachten die spreken in het openbaar vereisen niet volbrengen.
Hun onvrijwillige stilte maakt de aandoening moeilijker te begrijpen of te testen. Ouders zijn zich vaak niet bewust van de aandoening, omdat de kinderen thuis goed kunnen functioneren.
Leraren en kinderartsen verwarren het soms ook met ernstige verlegenheid of gewone plankenkoorts.

Behandeling

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, verbeteren mensen met selectief mutisme niet noodzakelijkerwijs met de leeftijd.
Een goede behandeling is noodzakelijk voor een goede ontwikkeling van een kind.
Zonder behandeling kan selectief mutisme bijdragen aan chronische depressie, verdere angst en andere sociale en emotionele problemen.

Daarom is behandeling op jonge leeftijd belangrijk.
Als de stoornis niet wordt aangepakt, heeft het de neiging zichzelf te versterken.
Anderen kunnen uiteindelijk verwachten dat een getroffen kind niet spreekt en stoppen daarom met proberen verbaal contact te leggen.
Als alternatief kunnen ze het kind onder druk zetten om te praten, waardoor hun angstniveau toeneemt in situaties waarin spraak wordt verwacht.

De exacte behandeling hangt af van de leeftijd van de persoon, eventuele comorbide psychische aandoeningen en een aantal andere factoren.
Stimulusvervaging wordt bijvoorbeeld meestal gebruikt bij jongere kinderen, omdat oudere kinderen en tieners de situatie herkennen als een poging om ze aan het praten te krijgen, en oudere mensen met deze aandoening en mensen met een depressie hebben meer kans op medicatie.