SBL competenties
De SBL competenties van de leraar basisonderwijs
De zeven onderwijscompetenties of ook wel SBL competenties genoemd, zijn geformuleerd door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (kortweg SBL) en opgenomen in de wet Beroepen in het Onderwijs (wet BIO).
De beschrijving van de 7 competenties volgt voor elke competentie dezelfde opbouw: de verwachte vaardigheid, de indicatoren daarvoor en de daaraan gekoppelde bekwaamheidseisen.
Overheid.
Sinds 1 augustus 2017 gelden nieuwe wettelijke bekwaamheidseisen in het onderwijs.
Ze gelden voor alle leraren en docenten in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.
De bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel.
Ze beschrijven wat leraren minimaal moeten weten en kunnen.
1. Interpersoonlijk handelen
De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst.
Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar interpersoonlijk competent zijn.
Gedrag wat daar bij kan horen:
- gaat respectvol om met leerlingen
- kent zijn/haar grenzen
- gebruikt humor in situaties en om conflicten op te lossen
- toont zich persoonlijk betrokken op de leerlingen
Bekwaamheidseis bij deze competentie:
De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag èn van de invloed daarvan op de kinderen. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de kinderen tot stand te brengen.
2. Pedagogisch competent
De leraar primair onderwijs moet de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de kinderen bevorderen.
Hij moet hen helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden.
Gedrag wat bij pedagogisch competent kan horen:
- stimuleert gewenst gedrag van leerlingen
- leert leerlingen respectvol met elkaar om te gaan
- stimuleert leerlingen om kritisch na te denken over opvattingen en daarover te vertellen
- waardeert de inbreng van leerlingen
Bekwaamheidseis bij deze competentie:
De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon.
Voor een hele klas of groep maar ook voor een individuele leerling.
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent
De leraar primair onderwijs moet de kinderen helpen zich de culturele bagage eigen te maken die is samengevat in de kerndoelen voor het primair onderwijs en die elke deelnemer aan de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren.
Gedrag wat bij vakinhoudelijk en didactische competent kan horen:
- kan de lesstof zelf foutloos uitvoeren
- gebruikt spel om te leren
- legt de lesstof helder en duidelijk uit
- legt duidelijk uit welke leerdoelen worden nagestreefd met een activiteit
Bekwaamheidseis bij deze competentie:
De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van de onderwijsinhouden en de didactiek om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin de kinderen zich de culturele bagage eigen kunnen maken die de maatschappij vereist.
4. Organisatorisch competent
De leraar primair onderwijs draagt zorg voor alle aspecten van klassenmanagement ten behoeve van zijn groep. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar organisatorisch competent zijn.
Gedrag wat bij organisatorisch competent kan horen:
- houdt een heldere planning aan
- improviseert op een professionele manier
- stelt duidelijke prioriteiten
- is in staat om orde te houden
Bekwaamheidseis bij deze competentie:
De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn klas en zijn lessen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht.
In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de kinderen helder.
5. Samenwerken met collega’s
De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega’s op school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar competent zijn in het samenwerken met collega’s.
Gedrag wat daar bij kan horen:
- vraagt hulp aan collega’s
- geeft hulp aan collega’s
- wisselt op eigen initiatief informatie uit met collega’s
- levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg
Bekwaamheidseis bij deze competentie:
De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.
6. Samenwerken met de omgeving
De leraar primair onderwijs moet contacten onderhouden met de ouders of verzorgers van de kinderen. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar zijn afgestemd. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en om die competentie waar te kunnen maken moet de leraar competent zijn in het samenwerken met de omgeving van de school.
Gedrag wat daar bij kan horen:
- zoekt actief contact met ouders en andere betrokkenen
- verantwoord zijn/haarwerkwijze aan ouders en andere betrokkenen
- bouwt relaties op met andere onderwijsinstellingen
- stelt zich constructief en open op in contacten met ouders en andere betrokkenen
Bekwaamheidseis bij deze competentie:
De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken Zijn bij de zorg voor de kinderen en bij zijn school.
7. Reflectie en ontwikkeling
De leraar primair onderwijs moet zich voortduren verder ontwikkelen en professionaliseren. Dat is zijn verantwoordelijkheid en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar primair onderwijs competent zijn in reflectie en ontwikkeling.
Gedrag wat bij de competentie Reflectie en ontwikkeling kan horen:
- (kritische)feedback kunnen ontvangen
- je ontwikkelen met behulp van feedback van anderen
- leren van je fouten
- training en opleidingen volgen
Bekwaamheidseis bij deze competentie:
De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkeld zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar.