Clusteronderwijs
Het clusteronderwijs is het overkoepelende woord voor de vier soorten onderwijs dat gegeven wordt in het speciaal onderwijs.
Na de invoering van passend onderwijs is het speciaal onderwijs blijven bestaan, maar de term ‘clusteronderwijs’ wordt niet meer officieel gehanteerd.
Deze onderverdeling is:
- Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen en visueel gehandicapte kinderen met een meervoudige beperking.
- Cluster 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden, mogelijkerwijs in combinatie met een andere handicap.
- Cluster 3: scholen voor leerlingen met verstandelijke (ZML) en/of lichamelijke beperkingen (Mytyl/Tyltyl) en aan leerlingen die langdurig ziek zijn (LZ).
- Cluster 4: scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke handicap en onderwijs aan kinderen in scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten.
Cluster 3 en 4 scholen zijn onderdeel van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Cluster 1 en 2 zijn landelijk georganiseerd.
Toelating tot het (voortgezet) speciaal onderwijs
Scholen maken binnen het samenwerkingsverband afspraken over welke leerlingen ze doorverwijzen naar het so of vso.
Voor deze leerlingen geeft het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) af.
De verklaring geeft recht op een plek in het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Bij cluster 1 en cluster 2 bepaalt de instelling of het kind in aanmerking komt voor een plek.