LvsOnderwijs

Adaptieve toets


adaptieve toetsBij een adaptieve toets krijgt een leerling een reeks vragen voorgelegd die naarmate de reeks vordert steeds beter passen bij het vaardigheidsniveau van de leerling.
Zo’n geïndividualiseerde, automatisch samengestelde toets kan op ieder gewenst moment worden afgenomen.
Door de afstemming op het niveau van de leerling kan een adaptieve toets zeer efficiënt zijn. Er zijn namelijk minder vragen nodig.

Een andere mogelijkheid is aanpassing op toetsniveau: dan krijgt de leerling op basis van de score een moeilijkere of gemakkelijkere vervolgtoets.

Wat voor vormen zijn er ?

1. Adaptieve moeilijkheid.

Een toets die adaptief in moeilijkheid is, past het niveau van de opgaven automatisch aan op het niveau van de leerlingen.
Zo’n toets past bij het (getoonde) vaardigheidsniveau van je leerling en biedt geen opgaven aan die te moeilijk of te gemakkelijk zijn.

2. Adaptieve toetslengte.

Toetsen kunnen ook adaptief zijn in toetslengte. Na iedere opgave, of na een minimum aantal opgaven, wordt dan gekeken of de toets al gestopt kan worden.
Stoppen gebeurt, zodra de vaardigheid van een leerling met de vereiste precisie te schatten is.

3. Adaptieve presentatie.

Toetsen kun je op allerlei manieren presenteren om beter aan te sluiten bij de leerling.
In de praktijk wordt dit al veel gedaan voor leerlingen met een beperking.
Zo zijn er bijvoorbeeld voor bepaalde toetsen ook versies met vergrote lettertypes, braille, audio, spraaksynthese en zwart-wit versies.

4. Adaptieve vraagvorm.

Ook de wijze waarop je een onderwerp bevraagt, kan adaptief worden gemaakt. Stel, een leerling doet erg lang over het beantwoorden van een open opgave.
Je zou dan kunnen omschakelen naar een meerkeuze opgave.
Of je kunt de opgave splitsen in deelopgaven, zodat de leerling stapsgewijs tot een oplossing komt.