Onderwijs

Behaviorisme


Behaviorisme is een systematische benadering om het gedrag van mensen en andere dieren te begrijpen.
Het gaat ervan uit dat gedrag ofwel een reflex is die wordt opgeroepen door het koppelen van bepaalde voorafgaande stimuli in de omgeving, ofwel een gevolg is van de geschiedenis van dat individu, met inbegrip van in het bijzonder versterkings- en strafcontingenties, samen met de huidige motiverende toestand en controlerende stimuli van het individu.
Hoewel behavioristen over het algemeen de belangrijke rol van erfelijkheid bij het bepalen van gedrag accepteren, richten ze zich vooral op omgevingsgebeurtenissen.

In het onderwijs

Behaviourisme richt zich op één bepaalde kijk op leren: een verandering in extern gedrag die wordt bereikt door middel van versterking en herhaling (roterend leren) om het gedrag van leerlingen vorm te geven. Men ontdekte dat gedrag kon worden gevormd wanneer het gebruik van versterking werd geïmplementeerd.
Gewenst gedrag wordt beloond, terwijl het ongewenste gedrag niet wordt beloond.
Door het behaviorisme in de klas op te nemen, konden docenten hun studenten helpen om zowel academisch als persoonlijk uit te blinken.
Op het gebied van het leren van talen werd dit type onderwijs de audiotalige methode genoemd, gekenmerkt door het gebruik van koorzang van sleutelzinnen, dialogen en onmiddellijke correctie door de hele klas.

Binnen de behavioristische kijk op leren is de “leraar” de dominante persoon in de klas en neemt de volledige controle over, de evaluatie van het leren komt van de leraar die beslist wat goed of fout is.
De leerling heeft geen mogelijkheid tot evaluatie of reflectie binnen het leerproces, er wordt hem gewoon verteld wat goed of fout is.
De conceptualisering van leren met behulp van deze benadering kan als “oppervlakkig” worden beschouwd, aangezien de nadruk ligt op externe gedragsveranderingen, d.w.z. niet geïnteresseerd zijn in de interne leerprocessen die tot gedragsverandering leiden en er geen plaats is voor de emoties die bij het proces betrokken zijn.

Soorten behaviorisme

Er zijn twee hoofdtypen van behaviorisme die worden gebruikt om te beschrijven hoe gedrag wordt gevormd.

Methodologisch behaviorisme

Hierbij wordt gesteld dat waarneembaar gedrag wetenschappelijk moet worden bestudeerd en dat mentale toestanden en cognitieve processen niet bijdragen aan het begrip van gedrag. Dit sluit aan bij de ideologieën en benadering van Watson.

Radicaal behaviorisme

Dit is geworteld in de theorie dat gedrag kan worden begrepen door te kijken naar iemands vroegere en huidige omgeving en de versterkingen daarin, waardoor het gedrag positief of negatief wordt beïnvloed. Deze gedragsbenadering is ontwikkeld door de psycholoog B.F. Skinner.

Tot de jaren 60

Tot de jaren 60 bleef het behaviorisme veel invloed hebben.
Kritiek kwam er echter steeds meer op het feit dat leren vooral werd gezien als kennisoverdracht en gedragsaanpassing. N
En nieuwe stromingen hadden meer aandacht voor het menselijk denkvermogen en de denkprocessen van de mens.