Vrijheid van onderwijs
Vrijheid van onderwijs is een fundamenteel principe dat het recht van individuen en instellingen erkent om onderwijs te geven en te volgen volgens hun eigen overtuigingen, waarden en doelstellingen. Het wordt vaak beschouwd als een essentieel aspect van democratische samenlevingen en menselijke rechten, omdat het individuen in staat stelt om te kiezen welk soort onderwijs ze willen ontvangen en welke waarden ze willen overdragen.
In Nederland is de vrijheid van onderwijs vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Dit artikel stelt dat het bijzonder onderwijs (op religieuze, levensbeschouwelijke, of onderwijskundige grondslag) dezelfde rechten heeft als het openbaar onderwijs. Het geeft ouders het recht om te kiezen voor het type onderwijs dat overeenkomt met hun overtuigingen, en het recht om scholen op te richten die voldoen aan hun specifieke pedagogische visie.
In België wordt de vrijheid van onderwijs gewaarborgd door artikel 24 van de Grondwet. Dit artikel stelt dat ouders het recht hebben om te kiezen voor het onderwijs dat overeenkomt met hun overtuigingen, en het waarborgt de vrijheid van onderwijs voor zowel gemeenschapsscholen als bijzondere scholen, op voorwaarde dat ze voldoen aan de door de overheid vastgestelde minimumnormen.
Beide landen erkennen dus het belang van onderwijs, zij het met enige variatie in de specifieke wettelijke formuleringen.